Faire

Betekenis: doen of maken

 

Voorbeeldzin:

Tu fais du sport?

Doe je aan sport?

 

Antwoord bijvoorbeeld:

Oui, je fais du baseball / du foot / du hockey / du tennis etc.

Ja, ik (doe aan) honkbal / voetbal / hockey / tennis etc.

 

Le Présent (Onvoltooid Tegenwoordige tijd) 

Onregelmatig werkwoord

Je fais

Tu fais

Il fait

Elle fait

On fait

Nous faisons

Vous faites

Ils font

Elles font

Leertip!

Leer de vervoeging van dit werkwoord in de Présent met muziek:

Youtube-filmpje ‘Faire’ leren met muziek.